Het is zondagochtend. Je staat daar, oog in oog met de lampen van de trein. Het geluid van de naderende trein vult je oren, je voelt de trilling door de metalen rails onder je voetzolen gaan, de wereld om je heen vervaagt. Je werpt een laatste blik naar rechts en daar zie je het: een bordje met ‘Lijkt je leven uitzichtloos? Ik luister. Bel 113’.

Waarom dan pas?
Het is zondagochtend. Ik rijd met mijn zevenjarige dochter terug van haar volleybalwedstrijd. Een simpel moment, zo’n moment waarop je even niets hoeft te doen, gewoon samen in de auto. Tot we stilstaan voor de spoorwegovergang en ik het bordje zie hangen: ‘Lijkt je leven uitzichtloos? Ik luister. Bel 113’. Waarom dan pas?
Waarom luisteren we pas wat iemand over de dood denkt, wat iemand erbij voelt als diegene oog in oog staat met de trein? Waarom pas als je het pad bijna hebt gekozen, als je voelt dat je niet meer verder kunt? Waarom hebben we het over de dood pas als het zo groot en zwaar wordt dat we geen andere keuze meer lijken te hebben? Ik strijd ervoor dat we veel, veel eerder met elkaar over de dood praten.
Maak de Dood Gewoon
Het is precies waarom ik me zo inzet om de dood gewoon te maken. Waarom ik mensen wil aanmoedigen om nu al te praten, veel eerder dan de situatie je dwingt om erover te praten. Over de dood, over zelfmoord, over de gedachte dat het misschien wel makkelijker is om niet meer te leven. Hoeveel jongeren heb ik niet gezien in de praktijk die dergelijke gedachten hadden? Hoeveel ouders en hulpverleners heb ik niet gesproken die het zo ontzettend moeilijk vonden om het hierover te hebben met hun kinderen? En het dus maar niet deden…
Maar lieve ouders, lieve hulpverleners, PRAAT! Want het is er toch wel. Als we er niet over praten, wordt het groter. Als we het open op tafel leggen, geven we het lucht en ruimte. Dan weten we wat er in het hoofd van ons kind omgaat. Kunnen we ons verbinden met wat ze voelen. Ja, het doet pijn. Het doet vreselijk pijn. En ik snap heel goed dat je als ouder dit onderwerp liever niet met je kind bespreekt. Want het laatste wat je wilt horen is dat je kind niet meer wil leven. Dat het zo duister is voor je kind dat zelfs jij geen reden meer bent om voor te leven. Dat je je kind niet kunt beschermen, niet meer kunt opvrolijken met een snoepje, een leuk uitje of een nieuwe broek. Dat je ziet dat de zon niet meer schijnt voor je kind, dat het vlammetje niet meer aan gaat, dat het slechts een waakvlammetje is en je het leven uit je kind ziet stromen. Dat is gruwelijk.
Ik ben geen moeder die het exact zo heeft meegemaakt, maar ik ben wel een moeder die haar kind diep heeft zien zitten. Ik ben een moeder die haar kind heeft zien struggelen met de maatschappij, met het leven en met het vinden van voldoening in een wereld die gericht is op presteren en ‘aan’ zijn. Waarin gevoel ondergeschikt is, waarin we razen en elkaar misschien zelfs niet eens meer echt zien en horen.
En ik ben ook een luisterend oor geweest voor velen die wel aan zelfmoord dachten. Hoe kan het, vraag ik me dan af, dat kinderen op zoveel plekken in de GGZ zijn geweest en het onderwerp zelfmoord nooit op tafel is gekomen? Hoe kan het dat in de eerste sessie met mij dit onderwerp wel open en bloot ter sprake komt? Ik schuw het niet. Ik schuw het onderwerp niet. Ik geef het ruimte. En ik voel... ik voel het soms al aan voordat de jongere aan de andere kant van de tafel er überhaupt woorden aan geeft. Dat is ontzettend moeilijk, omdat dit onderwerp zo pijnlijk en kwetsend kan zijn voor ouders. Kinderen gaan vaak zo ver om hun ouders die pijn te besparen, ze willen ze niet 'belasten' met dit onderwerp.
Ik ben ook mama
Ja, lieve ouders, wat jij wil is je kind beschermen tegen pijn. Je wil je kind gelukkig zien, je wil niet dat je kind het gevoel heeft dat het niet meer wil leven. Maar weet je wat? Je kind wil jou ook beschermen tegen de pijn. Ze willen jullie gelukkig zien. En daarom is het zo kut, zo verschrikkelijk, als een jongere met de gedachte rondloopt dat ze niet meer op deze wereld willen zijn, maar dit niet willen delen. Hoe moeilijk is het niet om de mensen die je het meest liefhebt, die het dichtst bij je staan, te kwetsen? Hoeveel verdriet moet je je ouders wel niet aandoen door die gedachten uit te spreken?
Juist daarom is het zo ontzettend belangrijk dat wij, als hulpverleners, als ouders, als maatschappij, zorgen dat dit onderwerp normaal wordt om openhartig over te spreken. Door er woorden aan te geven, door het letterlijk een plek te geven, creëer je afstand. Het wordt dan iets waar je samen naar kunt kijken en het over kunt hebben, in plaats van iets wat in de jongere zelf blijft rondspoken, -malen en -dwalen. Het samen dragen is altijd beter dan alleen. Het lost de gedachten niet zomaar op, het tovert het probleem niet ineens weg, maar samen dragen, samen huilen, samen de onmacht voelen, samen de strijd aangaan, dat verbindt. En verbinding is liefde. Liefde is helend. Liefde is wat ons doet leven.
Dus alsjeblieft, praat over de dood. Praat over de dood lang voordat ziekte of zelfmoordgedachten je op het punt brengen dat je moet praten over de dood. Als kinderen nog jong zijn en met de dood in aanraking komen omdat een mug tegen de muur wordt geslagen of een slak onder je schoen wordt platgetrapt, praat dan over de dood. Pak het boek van Sloompje Slak, Knipoog van de sterren, of als je kind ouder is, de Doodgewone vragenkaarten. Het maakt niet uit hoe je het doet, maar doe het. Praat over de dood voordat het onderwerp te zwaar en emotioneel geladen is om het makkelijk te bespreken. Want als je pas begint te praten als de trein aan komt stormen, is het vaak al veel te laat.